Een soundtrack vol trauma, erotiek, verlossing en rebellie.
4
Je kunt het niet hebben over een gekwelde artiest wiens moeilijke persoonlijkheid zijn muzikale genialiteit in de weg zat, als je het niet over daadwerkelijk geniale muzikaliteit hebt. In die zin is het moeilijkste aan de soundtrack van Purple Rain nog wel te bedenken dat het succes van het album ooit in twijfel kon worden getrokken.
"Hij kreeg een Oscar voor Purple Rain. Het wordt niet politieker dan dat, want hij deed het allemaal op zijn eigen manier."
De soundtrack, waarvan de helft van de nummers de Top 10 haalde, maakte van Prince Rogers Nelson een van de meest herkenbare en uitgesproken popsterren ooit. En dat terwijl hij daarvoor nog maar net groot genoeg werd bevonden voor de hoofdrol in een zomerfilm die was gebaseerd op zijn leven. De film had zo zijn charmes (hallo Morris Day!), maar werd in de geschiedenis uiteindelijk opgeslokt door de 'star power' van Prince - een virtuoos in het mixen van genres en genders - en zijn negen perfecte pop-soul-dance-rock-R&B-funk-en-meer songs.
Het briljante aan Purple Rain is dat het album op het eerste gezicht tegengestelde stemmingen − lust, toewijding, intimiteit, vervreemding − samenbrengt tot een geheel waarin alles onlosmakelijk is verbonden. Prince laat trauma's erotisch klinken (‘When Doves Cry’) en verlossing roekeloos (‘Let’s Go Crazy’). Zijn seksuele uitspattingen zijn spiritueel, verwarrend en bijna psychedelisch ('Darling Nikki', ‘Computer Blue’), terwijl zijn spirituele reis aards voelt in een gitaarsolo (‘Purple Rain’). Het album brak records en deed stof opwaaien. Tipper Gores overdreven reactie op het idee van een masturberende Darling Nikki zorgde voor een verhit politiek debat over de moraal van popmuziek. Prince werd vaak vergeleken met Jimi Hendrix omdat hij muziek mixte die zwart en wit tegelijk klonk; zowel sacraal als profaan. Maar in werkelijkheid was er niet eerder iemand zoals hij en kan nog steeds niemand zich met hem meten.