Zo'n drie jaar na Beatlemania zetten de Fab Four pop op een nieuw spoor.
21
Een van de mooiste, mogelijk waargebeurde anekdotes rond Revolver uit 1966 vond plaats in het Mayfair Hotel in Londen, waar Paul McCartney en Bob Dylan in gesprek raakten over waar ze op dat moment mee bezig waren − in het geval van Dylan was dat het album Blonde on Blonde. Toen Dylan luisterde naar de tape-loops en grimmige poëzie van 'Tomorrow Never Knows' zei hij naar verluidt: "Ah, ik snap het. Jullie willen niet langer schattig zijn."
Voor een band die nog geen drie jaar eerder 'I Want to Hold Your Hand' uitbracht, zorgde de betrekkelijke complexiteit van Revolver, zowel qua sound als qua onderwerpen, ervoor dat het familie-vriendelijke imago van The Beatles als popband in het geding kwam. Het zette popmuziek tegelijkertijd ook op een nieuw spoor met onbekende bestemming.
Niet alleen slaagden The Beatles erin om hun interesse in psychedelische, experimentele en klassieke Indiase muziek te vermengen met Motown ('Got to Get You Into My Life') en met wat we nu beschouwen als klassieke Beatles-pop ('Good Day Sunshine'), Revolver vestigde daarnaast het idee dat een popalbum vooral een tiptop verzorgde, arbeidsintensieve studiocreatie is.
“Toen ik Paul McCartney ontmoette zei ik tegen hem: "Weet je wat ik zo geweldig vond aan de Beatles? Jullie hadden altijd de f*****g beste melodieën."”