Een unieke mix van pop-hooks en experimentele geluidsschilderingen.
50
Waren de eerste twee albums van Kate Bush nog doordrenkt van jaren 70-artrock, toen de Engelse singer-songwriter in 1985 toe was aan haar vijfde langspeler was het resultaat niet alleen een weerspiegeling van die tijd: het definieerde hem zelfs. Denkend aan dé popsound van midden jaren 80 kom je al snel uit op ‘Running Up That Hill’. De echoënde drumcomputer, de quasi-dansbeat, de spookachige effecten op de vocalen en de herkenbare synthmelodie: al die dingen noemen we nu ‘typisch jaren 80’. Met dit album onderstreepte Bush dat de ambities van progrock ook verwezenlijkt konden worden in het digitale tijdperk.
“Haar stem was zo prachtig. Ik geloofde dat als ik met haar mee zou kunnen zingen en dezelfde noten zou halen, dat ik dan een klein kansje had om ooit een echte vocalist te worden.”
Hounds of Love, dat bestaat uit één suite per helft, gaat in op grote thema’s, zoals de kloof tussen man en vrouw, de kracht van moederliefde en de betekenis van dromen. De stem van Bush is een adembenemend wapen waarmee ze zowel tederheid als kracht uitdrukt. In 1985 kende ze haar gelijke niet. En eigenlijk is er ook sindsdien geen album meer uitgekomen dat in de buurt kwam van deze mix van pop-hooks en experimentele geluidsschilderingen. Maar het album ontsloot ook een universum dat vervolgens door latere generaties musici is verkend, onder wie Björk, Fiona Apple, Tori Amos en Joanna Newsom.