Dit rebelse conceptalbum maakte rock én identiteit fluïde.
24
Het vijfde album van David Bowie had een revolutionair concept. Het ging over een decadente alien die op aarde uitgroeide tot rockster. Maar de ware rebellie schuilt in de muziek: die was vuig en toch glamoureus (‘Moonage Daydream’, ‘Suffragette City’), theatraal en toch intiem (‘Five Years’), punky voordat punk bestond (‘Hang On to Yourself’) en cabaretesk (‘Rock ’n’ Roll Suicide’). Bowies alter ego Ziggy is zo arrogant dat zijn fans hem vermoorden (‘Ziggy Stardust’). Daarnaast heeft hij de waan dat rock-'n-roll de wereld kan redden, al is hij ook zo dapper om in zijn pogingen daartoe zijn leven te geven (‘Star’). Het wordt zijn ondergang, maar bevrijdt hem ook.
Dankzij het album vervaagden de grenzen rondom gender, seksualiteit en identiteit. Daarnaast verbreedde het album de focus van mainstream rock door gebruik te maken van concepten uit de underground. Bowie werd soms wispelturig en niet-authentiek genoemd, maar zulke verwijten missen het punt. Bowie zag zijn kunst, net als Andy Warhol dat deed, als de samensmelting van al zijn interesses. Ook om die reden was Ziggy Stardust zo radicaal: het wees de weg naar een toekomst met een veelheid van onderling gekoppelde bronnen: curatie als een vorm van creatie.
“Dit was zijn nummer over Jimi Hendrix. De eerste keer dat hij Hendrix zag in Londen, had iedereen een hekel aan Jimi. Maar hij was zo eerlijk dat hij het gewoon kon erkennen, en er een hit van kon maken.”