De goth-iconen maken hun stadionambities waar met dromerige intensiteit.
56
Vier jaar nadat The Cure met het melodieuze The Head on the Door definitief afscheid had genomen van de claustrofobische intensiteit van het eerdere werk uit het begin van de jaren 80, werd de popvisie op het achtste album van de Engelse band opgeschaald tot stadionproporties.
“Op Disintegration is alles vreemder en duisterder, en daar hou ik van.”
Op Disintegration dompelt de band zich onder in dromerige, melancholische sferen, waarbij wordt geput uit verschillende golven van Britse shoegaze en dreampop. De klassiekers 'Pictures of You', 'Lovesong' en 'Fascination Street' zijn net zo direct en onvergetelijk als de rest van hun oeuvre, maar de band toomt vergeleken met vroeger de emoties meer in. Zo wordt de sfeer in bijvoorbeeld 'Plainsong' niet zozeer bepaald door de heldere majeurtoonsoort, maar vooral door een diepe en rijke gloed.
De kenmerkende troosteloosheid van The Cure van weleer schemert door, maar die gaat nu op in een wanhoop die gek genoeg uitnodigend klinkt. Alsof leadzanger Robert Smith heeft ontdekt dat je zelfs in de koudste nachten jezelf kan opwarmen door lekker te zwelgen in je eigen eenzaamheid. En in dat proces nam hij gothic en de fans daarvan mee naar de mainstream.